TB · 14-04-2020 · 6 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 27-07-2024

1150

15 april 1943: Het Tweede OD-proces

In de periode tussen november 1941 en begin september 1942 werden honderd mannen door de Duitse bezetter opgepakt die op de een of andere manier betrokken waren bij de Ordedienst. Vervolgens werden zij aangeklaagd in het zogenaamde Tweede OD-proces. De Duitsers waren er op uit om de Ordedienst volledig uit te schakelen. De OD deed zich namelijk voor als organisatie die pas in werking zou treden als de Duitsers vertrokken waren en dan de orde in een gezagsvacuüm zou garanderen. Maar de Duitsers zagen er een bewapende strijdgroep in, die niet alleen de Engelsen kon helpen om Duitsland aan te vallen, maar ook al eerder tot sabotage, inlichtingenwerk en andere vormen van daadwerkelijk verzet kon overgaan. Had de organisatie niet een militaire structuur met commandanten en leden door het hele land en een schriftelijk plan met richtlijnen voor het handelen?

De grote arrestatiegolf was het resultaat van hardnekkige vervolging door de Duitse bezetter, van onvoorzichtigheid en informatie uit eerdere verhoren en van pure pech. En van verraad. De organisatie was geïnfiltreerd door ‘vertrouwensmannen’ die voor de Duitsers werkten zoals Mozes Brandon Bravo, Engelbertus Brune, Johnny de Droog, George Ridderhof en Anton van der Waals.

De Sicherheitspolizei kreeg bovendien hulp van twee Haagse politiemannen: Leo Poos en Marten Slagter. Zij waren betrokken bij arrestaties en verhoren van onder meer Joan Schimmelpenninck in de Alexanderstraat, Stuuf Wiardi Beckman, Frans Goedhart en Willem Pasdeloup op het strand in Scheveningen, de groep van Velu en Hertly, sergeant-majoor Hoekstra in de ‘Rijnbar’ te Amsterdam, van Pim Boellaard, Johan de Jonge Mellij en Cor Gootjes na verraad van Pasdeloup en van de groep Bastiaans-Nout en de studenten Bekkie de Loos en Frits van der Schrieck.

Vrijwel alle gedaagden in dit Tweede OD-proces waren eerst in de gevangenis in Scheveningen, het Oranjehotel, geïnterneerd geweest, in meer of minder strikte Einzelhaft (isolatie). Daar werden zij ondervraagd door Kriminalsekretär Bartels en Kriminal-Oberassistent Makowski. Op 6 november 1942 werden de meesten naar Kamp Amersfoort overgebracht, vandaar begin 1943 naar Kamp Vught en op 11 maart 1943 naar Haaren. Enkelen werden rechtstreeks vanuit het Oranjehotel naar Haaren getransporteerd. Daar begon op 15 maart 1943 het proces.

Al eerder hadden de Duitsers een groot aantal personen gevonnist die in meer of mindere mate bij de Ordedienst betrokken waren, in wat achteraf het eerste OD-proces genoemd is. In april 1942 waren 72 mannen van de Ordedienst, onder wie de oprichter luitenant-kolonel Johan Westerveld en de tweede chef-staf luitenant-kolonel Peter Versteegh en de groep-Mekel ter dood veroordeeld. Op 2 mei waren ze in Sachsenhausen gefusilleerd.

De Duitsers zagen daarna in de OD nog steeds de grootste en gevaarlijke verzetsorganisatie en wilden met een bijzonder hard vonnis een afschrikwekkend voorbeeld stellen. De aanklacht luidde sabotage, spionage, wapenbezit en begunstiging van de vijand. In het bijzonder werd het de militairen onder hen aangerekend dat zij hun erewoord hadden gegeven, maar toch vijandelijke activiteiten tegen Duitsland hadden ondernomen. Tegen een groep van 28 hoofdverdachten werd op 15 april de doodstraf geëist en op 27 april werden 21 doodvonnissen uitgesproken.

De terdoodveroordeelden werden naar de Wehrmachtgefängnis aan de Gansstraat in Utrecht overgebracht, waar ze bezoek mochten ontvangen en met hun familie konden corresponderen. Daarna was het wachten op het resultaat van de gratieverzoeken. Slechts vier werden er verleend: aan Willem Röell, Willem Kolff, Nicolaas Tibo en Jan Velu, vanwege hun leeftijd en mogelijk vanwege hun kleinere rol binnen de Ordedienst. Röell kreeg vestigingsstraf in Germersheim, de andere drie werden naar concentratiekampen afgevoerd, waar ze omkwamen door ziekte en ontbering.

Op 29 juli 1943 werden 16 mannen gefusilleerd ter Leusderheide. De zeventiende, Broer Moonen, kreeg uitstel wegens ziekte. Hij werd op 7 augustus gefusilleerd.

Een week later werd door de Wehrmachtbefehlshaber in Nederland bekend gemaakt dat de doodvonnissen waren voltrokken.

De zeventien mannen waren:

Joan Schimmelpenninck
Joan ‘Jaat’ Schimmelpenninck (Rhenen 1887-1943 Leusderheide), wijnhandelaar.

In september 1940 via Versteegh bij de OD gekomen, na de arrestatie van Westerveld samen met Versteegh aan de leiding. Schakelde Latuperisa in om cadetten en adelborsten te benaderen voor de organisatie, als koeriers voor verbindingen met ‘commandanten’ in de provinciën. Steunde de organisatie met geld uit eigen vermogen en vroeg zijn vriend Boudewijn van den Bergh om de financiën van de OD te regelen. Werd door Poos en Slagter van zijn bed gelicht op 13 november 1941.

Ton Abbenbroek
Anton Willem Marie Abbenbroek (Den Haag 1917-1943 Leusderheide), cadet-vaandrig.

Koerier voor de OD, tussen Schimmelpenninck, Boellaard en Velu. Kwam na de arrestatie van Schimmelpenninck samen met Dogger aan het hoofd van de OD. Gearresteerd op 7 maart 1942.

Pim van Doorn
Willem Theodoor Cornelis ‘Pim’ van Doorn (Den Haag 1911-1943 Leusderheide), reserve eerste luitenant der cavalerie, in mei 1940 bij een Eskadron Wielrijders.

Deed meerdere pogingen om naar Engeland te ontkomen. Werd in november 1941 door Schimmelpenninck naar Frankrijk gestuurd in een poging contact met het buitenland te leggen. In Reims aangehouden op 11 november 1941, naar een gevangenis in Parijs gebracht en vandaar naar Scheveningen.

Fritjof Dudok van Heel
Fritjof Dudok van Heel (Semarang 1918-1943 Leusderheide), kornet.

Tijdens de meidagen van 1940 commandant van een peloton Huzaren. Verbindingsofficier voor de OD, na arrestaties begin 1942 met Chris Navis aan de leiding. Opgepakt op 14 juli 1942 na verraad door Johnny de Droog.

Christiaan van den Berg
Christiaan Frederik van den Berg (Arnhem 1901-1943 Leusderheide), kapitein der infanterie, wonende te Den Haag.

Hield zich vooral bezig met het verzamelen van inlichtingen. Opgepakt op 16 juni 1942, lang nadat hij in contact was gekomen met Ridderhof. Ridderhof wist de OD te infiltreren, eerst via enkele OD'ers in Zeeland, daarna in Rotterdam en bij Van den Berg. Via Van den Bergh hoorde Ridderhof over de afhaaloperatie op het Scheveningse strand en wist hij verder door te dringen in het verzet. Daardoor werden vele verzetsmensen opgepakt en uiteindelijk ook Van den Berg.

Willem Hertly

Bron: CBG Familieadvertenties.

Willem Hertly
Willem Hendrik Hertly (Oostdongeradeel 1891-1943 Leusderheide), ambtenaar Gemeentelijk Electriciteits Bedrijf te Den Haag.

Betrokken bij de Haagse OD met Velu. Opgepakt op 25 juli 1942.

Sieg Vaz Dias
Salomon ‘Sieg’ Vaz Dias (Amsterdam 1904-1943 Leusderheide), journalist, dienstplichtig korporaal, in mei 1940 chauffeur voor het Algemeen Hoofdkwartier in Den Haag.

Op eigen houtje bezig met spionage, wilde zich in verbinding stellen met Engeland. Zo in los verband met de OD in aanraking gekomen. Betrokken bij Het Parool. Hielp agent Aart Alblas met zenden naar Engeland. Opgepakt in Parijs op 30 juni 1942.

Rudolf Hartogs
Rudolf Hartogs (Berlijn 1918-1943 Leusderheide), boekhouder te Amsterdam.

Werd met Jacob Knol in Amsterdam opgepakt op 18 april 1942.

Jan van Straelen
Johannes Aloysius ‘Jan’ van Straelen (Bussum 1915-1943 Leusderheide), handelsvertegenwoordiger te Delft.

Hield zich vooral bezig met spionage en sabotage, onder andere met de groep rond Theo Dobbe. Opgepakt op 7 september 1942.

Bob Wijnberg
Abraham ‘Bob’ Wijnberg (Groningen 1913-1943 Leusderheide), leerling smid/lasser te Dordrecht.

Meldde zich in 1932 bij de Vrijwillige Landstorm. Bij de OD in contact met Hertly. Betrokken bij een mislukte aanslag op een WA-man in april 1942. Na verraad van Van der Waals opgepakt op 24 juli 1942.

Johan de Jonge Melly
Johan Frederik Henri de Jonge Melly (Amsterdam 1905-1943 Leusderheide), eerste luitenant der infanterie, in 1938 geplaatst bij het Kaderbataljon te Laren.

Woonde te Bussum. Door Versteegh gevraagd koerier voor de OD te worden en wapens te verzamelen. Na de arrestatie van Versteegh, op dezelfde wijze gewerkt voor Schimmelpenninck en later Abbenbroek en Gerard Dogger. Opgepakt op 5 mei 1942 te Amsterdam.

Gerard Vinkesteijn
Gerardus Joannes Franciscus Vinkesteijn (Schiedam 1907-1943 Leusderheide), binnenhuisarchitect te Wassenaar.

Al jaren bevriend met Gerrit Krediet en sinds 1940 met Moonen. Stelde zijn huis ter beschikking voor het verzet en probeerde geld bij elkaar te brengen om voortvluchtige mensen te helpen. Op 5 januari 1942 vertrokken om naar Engeland te gaan, maar vier dagen later in de trein opgepakt.

Eddy Latuperisa
Eduard Alexander 'Eddy' Latuperisa (Koedoes 1902-1943 Leusderheide), kapitein der infanterie bij het KNIL.

Sinds juli 1939 na toelating tot de Hogere Krijgsschool wonend in Den Haag. De meidagen 1940 meegemaakt als stafofficier. Via Abbenbroek bij Schimmelpenninck gekomen, voor de OD geworven, met de opdracht cadetten bijeen te brengen. Opgepakt op 13 maart 1942.

Lex Althoff
Adrianus Aloysius Felix ‘Lex’ Althoff (Haarlem 1904-1943 Leusderheide), journalist, redacteur bij Het Volk, romanschrijver, wonend te Amsterdam.

Niet bij de OD, niet in militaire dienst. Betrokken bij Het Parool. Zou als plaatsvervanger van Koos Vorrink naar Engeland gaan, maar de eerste poging op 11 mei 1942 mislukte: Erik Hazelhoff Roelfzema en Chris Krediet die hem van het strand zouden ophalen, bereikten de Nederlandse kust niet. Werd daarna in Rotterdam aangehouden met belastend materiaal dat hij naar Engeland mee wilde nemen, maar sprong op weg naar Scheveningen uit de auto. Op 22 mei 1942 opnieuw gearresteerd.

Cor van Rijn
Antonius Cornelis Theodorus ‘Cor’ van Rijn (Utrecht 1913-1943 Leusderheide), dienstplichtig sergeant der infanterie, groentehandelaar te Utrecht.

Opgepakt op 16 april 1942.

Willem Mulder
Willem Mulder (Amsterdam 1888-1943 Leusderheide), leraar scheikunde te Amsterdam.

Had onderdak geboden aan Van Rijn en was waarschijnlijk betrokken bij Vrij Nederland en verspreiding van illegale bladen. Opgepakt op 16 april 1942.

Broer Moonen
Adrien Lambert Jacques Emile Marie ‘Broer’ Moonen (Den Haag 1914-1943 Leusderheide), politieagent te Den Haag.

In 1933 vrijwillig in militaire dienst, in 1939 opnieuw, als reserve eerste luitenant der artillerie. Eind mei 1940 uit dienst ontslagen, zonder de erewoordverklaring te hebben afgelegd. Daarna terug bij de politie als inspecteur, vanaf januari 1941 bij de criminele recherche. Ondersteunde de OD, zonder toe te treden, door zijn positie te gebruiken om illegaal tegen Duitsland werkende personen voor de autoriteiten af te schermen. In januari 1942 ontslagen, op 27 februari 1942 opgepakt.


Bronnen

  • Proces tegen Poos en Slagter, getuigenverklaringen uit juli-augustus 1947. Nationaal Archief, Ordedienst en de Binnenlandse Strijdkrachten, en Afwikkelingsbureau, 2.13.137, inv. nr. 266.
  • J.W.M. Schulten, De geschiedenis van de Ordedienst. Mythe en werkelijkheid van een verzetsorganisatie (Den Haag 1998)
  • In memoriam. 307 Verzetslieden van den OD, Algemeen Hoofdkwartier Ordedienst in Afwikkeling(’s-Gravenhage 1950)
  • NIOD, 001 Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden, inv. nr. 865.

11 januari 1942: succesvolle generale repititie

TB · 4 minuten om te lezen

Hazelhoff Roelfzema was op weg naar het Scheveningse strand, zijn meest succesvolle tocht. Maar Tazelaar en Wiardi Beckman trof hij niet.

9 december 1941: ‘Pardon, weet u misschien waar de Leuvensestraat is?’

FB · 5 minuten om te lezen

Een groot probleem voor Peter Tazelaar en Erik Hazelhoff Roelfzema was het ontbreken van een zendverbinding tussen Londen en bezet gebied.

Peter Versteegh: ‘Waar ze mij van beschuldigen daaraan ben ik onschuldig’

FB · 6 minuten om te lezen

Peter Versteegh, chef-staf van de Ordedienst, was ervan overtuigd dat hij na zijn arrestatie in september 1941 snel zou worden vrijgelaten.