FB · 26-01-2020 · 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 04-08-2024
Redacteur bij Het Volk: ‘Ik heb er geweldige zin in’
Wiardi Beckman was wat tegenwoordig heet een ‘partij-ideoloog’: iemand die in woord en geschrift het politieke debat voert en de richting van zijn partij in belangrijke mate beïnvloedt. Hij sprak voor de VARA en trad zeer regelmatig op voor het Instituut voor Arbeidersontwikkeling, dat verantwoordelijk was voor de scholing en vorming van de sociaaldemocratische achterban. Hij speelde een grote rol in enkele belangrijke commissies van zijn partij, de SDAP.
Maar zijn eigenlijke werkterrein was vanaf 1932 de krant Het Volk. Een baan als journalist dus met grote verantwoordelijkheid voor een jonge man die net zijn dissertatie bij de historicus Johan Huizinga had verdedigd en het laatste deel van Troelstra’s gedenkschriften had voltooid. Een man van ‘voorname geestelijke standing’, zoals het blad van de vakbeweging NVV hem omschreef. Al in 1929 was hij gevraagd voor het redacteurschap van de Haagse editie van Het Volk, maar dat was gezien zijn werkzaamheden voor Troelstra toen niet haalbaar. Een jaar later werd zijn baan als ‘assistent van de hoofdredactie’ beklonken in een gesprek met algemeen directeur van De Arbeiderspers Y.G. van der Veen en hoofdredacteur Johan Ankersmit. ‘Ik heb er geweldige zin in’, liet Wiardi Beckman zijn vriend Marinus van der Goes van Naters weten.[1]
Op 1 januari 1932 begon Wiardi Beckman als adjunct-hoofdredacteur van het landelijke Volk. Het gezin Beckman was onmiddellijk op huizenjacht in Amsterdam gegaan, maar het was een hele overgang van het Irisplein in Den Haag. 'Wat valt dat in Amsterdam tegen. Mooi is het allemaal zeker, maar afschuwelijk klein. En wat zullen we de duinen en de zee missen', schreef Beckman aan Van de Goes van Naters. Een paar maanden later vonden ze dankzij het bevriende echtpaar De Roos-Oudegeest een huis op Noorder Amstellaan 135-II.[2] Hier werd in 1935 hun derde dochter geboren. Een jaar later verhuisde het gezin naar Beethovenstraat 106-III. In 1938 vertrokken ze uit Amsterdam naar de Pernambucolaan in Overveen.
Prentbriefkaart van de Noorder Amstellaan, 1935. Stadsarchief Amsterdam.
Beckman stortte zich met overtuiging op zijn journalistieke werk, al bleef hij zich tussen wetenschap, kunst, krant en politiek bewegen. Levinus van Looi, met wie hij nauw samenwerkte bij Het Volk, schreef na de oorlog welke betekenis de journalistiek voor Beckman had: ‘het dagelijks geven van voorlichting, het zeer eng in dagelijks contact staan met honderdduizenden achtte hij een van de hoogste posten in den lande om de brede mogelijkheid van beïnvloeding en de diepe verantwoordelijkheid, die dit vak met zich mee brengt’.[3] De gelouterde journalist Ankersmit, die vanaf de oprichting van Het Volk in 1900 redacteur en vanaf 1925 hoofdredacteur was, was bijzonder tevreden met zijn tweede man. Hij noemde hem ‘uitmuntend, helder en boeiend, met zin voor actualiteit, gewetensvol overwegend, toch vlug van oordeel, een systematische geest, zonder dorheid’. Het kon bovendien geen kwaad dat Beckman een goed spreker was ‘om op congressen bij de gebruikelijke aanvallen [op Het Volk] van repliek te dienen’.[4] De partij had immers altijd iets over de krant te mopperen.
Een van Beckmans taken bij de krant was het volgen van de gemeenteraadsvergaderingen in Amsterdam. ‘Hij vatte niet alleen op heldere wijze samen wat er in de Raadszaal plaatsvond, maar vertaalde het gebeuren ook in voor de buitenwereld verstaanbare politieke taal. Hij werd daarom als vanzelf een politieke raadgever. Meermalen gaf hij aan zijn partijgenoten-raadsleden leiding in moeilijke situaties, zoals hij het later ook in de “grote” politiek zou doen.’[5]
Het werk bij de krant legde een enorm beslag op Beckmans tijd. Niettemin volgde hij, 33 jaar oud, Ankersmit op toen deze in 1937 met pensioen ging. Hij werd hoofdredacteur van Het Volk, inclusief de Rotterdamse krant Voorwaarts. De positie van hoofdredacteur vergde politiek vertrouwen van de partij. Dat vertrouwen kreeg Wiardi Beckman, en, aldus de eerste chroniqueur van de socialistische pers A.C.J. de Vrankrijker: ‘hij heeft niet teleurgesteld’. Beckman zette de ontwikkeling voort naar meer openheid in de sociaaldemocratie, waarin meer aandacht voor het vorstelijk huis paste, evenals voor godsdienst. ‘Er ging een politiek van verdraagzaamheid door de kolommen; een richting, die dan toch hoog nodig volledig baan moest breken, wilde de partij ooit over de fatale grens van 22% der kiezers heen komen.’[6] Maar de manoeuvreerruimte was beperkt: de krant was er niet voor politieke experimenten, fundamenteel debat of spannende programmatische vernieuwing. Iedereen keek mee. Die beperkingen aanvaardde Wiardi Beckman, zij het soms met moeite.[7]
Er is getwijfeld of de journalistiek wel Beckmans echte belangstelling had en of hij daarin zijn politieke bestemming zou vinden. Zonder twijfel zou hij zijn vleugels breder hebben uitgeslagen, maar de krant had wel degelijk zijn engagement. Op het laatst, in Dachau, smeedden hij en journalist Oscar Mohr nog plannen voor een nieuwe krant, voor na de oorlog. Maar al aan het begin van de oorlog wist hij dat hij ‘wat er ook gebeuren zou, na de oorlog alleen in de journalistiek als hoofdredacteur van een partijblad zou willen terugkeren, indien hij volledige vrijheid zou genieten’. Dat had hij in de meidagen van 1940 verteld aan Maarten Rooij, plaatsvervangend hoofdredacteur van de Nieuwe Rotterdamse Courant en collega bij de persdienst van de Generale Staf. Het had hem dwarsgezeten dat hij zijn standpunt ten aanzien van het militaire beleid, dat brak met het antimilitarisme in de SDAP, niet onverkort in Het Volk kunnen verdedigen.
Van 1941 totdat hij opgepakt werd, zette Beckman zijn journalistieke werk voort in het illegale blad Parool.
Bronnen
- [1] Brief van 7 oktober 1930 in: H. B. Wiardi Beckman, En die twee jongens zijn wij. Brieven aan M. van der Goes van Naters. Ingeleid en bezorgd door Mireille Berman en Marijke Halbertsma-Wiardi Beckman (Amsterdam 2007) 232.
- [2] De Noorder Amstellaan werd in 1946 omgedoopt in Churchill-laan.
- [3] L.J. van Looi, ‘Wiardi Beckman’, Vrije Gedachten. Orgaan van het Centrum van Oud-Illegale Sociaal-Democraten (I.C.) 24 (30 juni 1945).
- [4] A.J.C. de Vrankrijker, Geschiedenis der socialistische week- en dagbladpers in Nederland (Amsterdam 1950) 210.
- [5] C.P. de Roos-Oudegeest en A. de Roos, ‘Stuuf Beckman herdacht’, Paraat 244 (31 augustus 1960).
- [6] De Vrankrijker, Het wervende woord, 210.
- [7] Hans Daalder, Verslag van het gesprek met M. Rooij. NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, Het Parool, 185c, inv. nr. 205.